Per 1 april 2014 zal elke werkgever die een medewerker wenst te ontslaan, eerst nog eens goed moeten nadenken, dat hij kan motiveren waarom die medewerker effectief ontslagen wordt. Vanaf 1 april 2014 heeft elke werknemer, die minstens zes maanden in dienst is van de betrokken werkgever, immers het recht om de concrete redenen te vernemen die aanleiding gegeven hebben tot zijn ontslag. De werkgever zal dit ofwel uit eigen beweging moeten doen, ofwel op vraag van de werknemer. De werknemer moet deze vraag via een aangetekend schrijven richten aan zijn (ex-) werkgever. De werkgever is een boete verschuldigd van twee weken loon als hij niet op de vraag van de werknemer ingaat.
En als dit nog niet voldoende is, diezelfde werknemer heeft recht op een schadevergoeding als het ontslag kennelijk onredelijk was. Om één en ander te verduidelijken heeft men in cao nr. 109 het begrip kennelijk onredelijk ontslag omschrijven als “Een ontslag van een werknemer die is aangeworven voor onbepaalde tijd, dat gebaseerd is op redenen die geen verband houden met de geschiktheid of het gedrag van de werknemer of die niet berusten op de noodwendigheden inzake de werking van de onderneming, de instelling of de dienst en waartoe nooit beslist zou zijn door een normale en redelijke werkgever.”
Als een ontslag als kennelijk onredelijk wordt beschouwd, dan is de werkgever een schadevergoeding verschuldigd aan de werknemer. Die vergoeding is gelijk aan minimaal drie weken loon en maximaal zeventien weken loon (het bedrag hangt af van de gradatie van kennelijke onredelijkheid van het ontslag), en is cumuleerbaar met voorafgaande boete van twee weken. Ze kan bovendien gecumuleerd worden met de opzegvergoeding, een niet-concurrentiebeding, een uitwinningsvergoeding of een aanvullende vergoeding die bovenop de sociale uitkeringen wordt betaald. Ze is echter niet cumuleerbaar met enige andere beëindigingsvergoeding.