Het is geen geheim dat aannemers bij de uitvoering van hun werken vaak een beroep doen op onderaannemers. Belangrijk voor aannemers en onderaannemers om te weten is dat recentelijk de erkenning voor onderaannemers verplicht geworden is. Vanaf 30 juni 2017 moeten alle onderaannemers in het kader van overheidsopdrachten een erkenning hebben (behalve diegene die van de vrijstelling kunnen genieten).
Een erkenning moet je hebben voor een bepaalde categorie van werken (bv. bouwwerken, wegenbouwkundige werken, baggerwerken,…) of in een bepaalde ondercategorie (bv. timmerwerk, smeedwerk, tegelwerk,…). De complexe opdrachten waarbij werken van verschillende aard worden uitgevoerd en welke de coördinatie vereisen van verschillende technieken in de bouwnijverheid, of werken die niet het voorwerp uitmaken van een bepaalde ondercategorie worden in een categorie ondergebracht. De werken van een bepaalde specialiteit die een deel vormen van de in categorieën ondergebrachte werken, wanneer ze afzonderlijk worden aanbesteed worden in ondercategorieën ondergebracht (zie voor de verschillende klassen, categorieën en ondercategorieën: website ejustice)
In een tweede deel van de erkenning wordt rekening gehouden met het maximumbedrag van een opdracht voor aanneming van werken die aan een aannemer kan worden toevertrouwd.
Klasse Bedrag
1 tot 135.000 EUR
2 tot 275.000 EUR
3 tot 500.000 EUR
4 tot 900.000 EUR
5 tot 1.180.000 EUR
6 tot 3.225.000 EUR
7 tot 5.330.000 EUR
8 meer dan 5.330.000 EUR
Vrijstelling
Niet alle aannemers moeten een erkenning hebben. De wetgeving is immers op die manier verwoord dat werken slechts mogen gegund worden aan erkende aannemers als de werken een bij koninklijk besluit bepaald bedrag overschrijden. Worden de werken gefactureerd voor een bedrag dat deze grens niet bereikt, is er dus geen erkenning nodig. Deze bedragen werden vastgesteld op 75.000 EUR exclusief BTW voor werken die in een hoofdcategorie vallen en op 50.000 EUR excl. BTW voor werken die in een ondercategorie vallen.
Welke formaliteiten moeten vervuld worden om erkend te kunnen worden?
De hiernavolgende documenten dienen voorgelegd te worden bij de aanvragen tot het verkrijgen van een erkenning:
1° a) Voor de rechtspersonen :
– de oprichtingsakte en alle statutenwijzigingen tot op het moment van de aanvraag;
– de samenstelling van de raad van bestuur;
– de lijst van de personen die de bevoegdheid hebben om de vennootschap te binden;
– voor de kapitaalvennootschappen : een bewijs van goed zedelijk gedrag van iedere bestuurder of zaakvoerder;
– voor de personenvennootschappen : een bewijs van goed zedelijk gedrag van iedere vennoot;
b) voor de eenmanszaken : een nationaliteitsbewijs;
2° de inschrijving in het handels- of beroepsregister volgens de eisen van de wetgeving van de Lid-Staat waar hij gevestigd is.
3° een uittreksel uit het strafregister of, bij ontbreken daarvan, een gelijkwaardig document, afgegeven door een bevoegde gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of van herkomst van de aanvrager en waaruit blijkt er geen staat van faillissement is of WCO-procedure hangende is of dat er in het verleden geen veroordelingen zijn geweest voor misdrijven die de beroepsmoraal van de aannemer aantasten.
4° een door een bevoegde instantie van de betrokken lid-Staat verstrekt getuigschrift waaruit blijkt dat alle fiscale verplichten en sociaalrechtelijke verplichtingen zijn nagekomen.
5° het bewijs van zijn registratie als aannemer;
6° indien hij een gereglementeerd beroep uitoefent : een bewijs afgeleverd door de bevoegde overheid, dat hij gemachtigd is dit beroep uit te oefenen;
7° het bewijs van voldoende financiële en economische draagkracht;
8° het bewijs van voldoende technische bekwaamheid .
Om een erkenning te verkrijgen in de laagste klasse zijn enkel de documenten nodig in 1°, 2°, 3°,5° en 6°.
(zie KB 27 september 1991: MB betreffende de bij de aanvragen voor een erkenning, een voorlopige erkenning,… voor te leggen documenten, website ejustice)
Bij wie moet de erkenningsaanvraag worden ingediend?
De formulieren die noodzakelijk zijn om een erkenningsaanvraag in te dienen en alle bijbehorende inlichtingen kunnen worden verkregen bij het secretariaat van de Erkenningscommissie:
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
Algemene directie Kwaliteit en Veiligheid, Dienst Kwaliteit van de bouw
Erkenning der aannemers
Koning Albert II-laan 16
1000 Brussel
Zie ook: www.economie.fgov.be/bouw
Geldigheidsduur van de erkenning?
Elke erkenning is geldig voor een periode van vijf jaar. Iedere vijf jaar gebeurt er een individuele herziening van de erkenning (zie artikel 18 §3 wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken).