Extra belasting op tweede verblijven dankzij belastingplichtige? Ideale voorzet voor regering om belastingen op tweede verblijven te verhogen?
Sinds jaar en dag is in onze Belgische fiscale wetgeving een regeling ingeschreven waarbij enerzijds zeer duidelijk aangegeven is dat België in de personenbelasting geen belasting heft op in het buitenland gelegen onroerende goederen. Het is het land waar de eigendom gelegen is dewelke de belastingen mag heffen. De fiscale overheid zou de overheid niet zijn mocht ze toch niet geprobeerd hebben de vele dubbelbelastingverdragen dienaangaande wat te omzeilen. Te kort door de bocht komt het hierop neer, dat men die buitenlandse onroerende goederen in feite eerst wel op zijn fiscale aangifte moet zetten, en dat men dus de in België te betalen belastingen eerst wel berekent inclusief de inkomsten uit die buitenlandse onroerende goederen. Vervolgens pro rateert men de verkregen belasting. Indien u zich afvraagt waarom de overheid die weg volgt, dan is het antwoord daarop zeer eenvoudig. Door die omweg te maken, komt de belastingplichtige dikwijls in een iets hogere schijf en moet de belastingplichtige soms enkele tientallen tot enkele honderden euro’s meer belastingen betalen.
Een belastingplichtige heeft nu met succes deze werkwijze bij het Europees Hof van Justitie aangekaart, en in een arrest van 11 september 2014 heeft het Europees Hof België hiervoor op de vingers getikt.
Er zal nog wel wat water naar de zee stromen alvorens België zijn wetgeving zal aanpassen, maar het schijnt mij bijna de evidentie zelf, dat de politieke overheid van dit arrest misbruik zal maken om tweede verblijven in België aan een hogere belasting te onderwerpen, onder het mom van een gelijkschakeling onder dwang van Europa.
Of hoe één belastingplichtige de ideale voorzet geeft aan onze Belgische fiscale overheden om de belastingen op onroerende goederen (lees vermogen) te verhogen.